Played on 2003/03/25
As written by the hand of Phaedra
46 AD
's Ochtends lopen we wat rond in Rorn. Wat ons opvalt is dat er hier een heel andere sfeer hangt dan in bijvoorbeeld Ragten. De mensen lijken opener, vrijer, optimistischer.
Na wat gepraat komen we er achter dat Forlorn meerdere groepen avonturiers heeft uitgenodigd voor meerdere missies. Hij schijnt vooral op zoek te zijn naar enkele personen. De lokale bevolking lijkt niet echt blij te zijn met avonturiers, dus we houden ons (voor ons doen) gedeisd.
Op het centrale plein van Rorn aangekomen zien we dat er hier meerdere tempels staan, vooral gewijd aan benevolente goden. De tempel van Faria is echter de grootste en zeer zeker de mooiste qua architectuur. Bij het binnengaan van de tempel worden Irtek en ik herkend, en onze groep wordt gevraagd om binnen te komen.
Hier worden we vereerd door de aanwezigheid van Pythia -- de hogepriesteres van Faria en een persoonlijke vriend van de oude Forlorn. Ze is een regale vrouw en draagt een simpele gouden hoofdband.
Pythia heeft enkele wazige tekenen ontvangen in haar dromen -- iets waarin Ragten een belangrijke rol zal spelen. Ook ontving ze tekenen van één of meerdere gevechten of veldslagen. Om deze tekenen te interpreteren zouden we naar het Orakel moeten gaan.
Nu heb ik wel verhalen gehoord over het Orakel, dat ergens in mijn geboorteland Askane zou moeten liggen, maar veel waarde heb ik er nooit aan geschonken. Pythia denkt daar echter anders over. Ze zou zelf gaan, maar is in Rorn nodig. We besluiten om naar het Orakel te trekken en ik krijg een klein beeldje van Faria mee. Hierin is op meesterlijke wijze een prachtige groene edelsteen verwerkt. Ook krijgen we een routebeschrijving die naar het Orakel zou moeten leiden. Hij is samengesteld uit oude geschriften en zal dus niet volledig kloppen, maar het is beter dan niks.
Aiden vraagt naar het doel van onze vorige opdracht. Het blijkt dat Tuvane zich voorbereidt op een oorlog: er wordt veel hout naar geimporteerd, en zwaardsmeden zijn dag in dag uit bezig met het smeden van wapens. De andere Lordships proberen zich ook zo goed mogelijk voor te bereiden op de oorlog waar Tuvane op aanstuurt, zonder dit publiekelijk bekend te maken. Dit lijkt mij verstandig: het is vooralsnog niet nodig om de mensen in paniek te brengen. (Ook opvallend: het blijkt dat Pythia een zuster is van Kaylock. Toen ze het zei viel mij de familiegelijkenis wel op.)
Als we de tempel verlaten doneren Irtek en ik beide meer dan 20 goudstukken aan Faria. We weten zelfs Bertus te bewegen tot een donatie. Hij komt er wel. Ook hebben we Aiden en Bertus daarna de giften van thee en bier uitgelegd. Vooral het laatste scheen gewicht in de schaal te leggen.
Morgen vertrekken we naar Askane. We zullen via Dunhoven en Sienda (mijn geboortedorp!) naar Forganta trekken, de hoofdstad van Askane.
65 AD
Sienda staat er nog steeds, en het is werkelijk geen steek veranderd. Vader en moeder zijn dat wel ze zijn erg oud geworden. Ik heb ze wat geholpen en wat geld gegeven, al wilden ze dat niet echt aannemen. Koppige mensen. Het leek ze wel te bevallen dat ik nu priesteres ben. Marcus is erg gegroeid, en zal binnenkort vader kunnen opvolgen.
68 AD
Wat een vervelende stad is Forganta uiteindelijk toch. Vandaag arriveerden we hier in de hoofdstad van Askane, en het kan me niet meer bekoren. Tuurlijk, er zijn veel mooie dingen te zien, maar ik weet ook wat de prijs voor al die glitter is tegenwoordig. Bovendien herinneren teveel plekken me aan Tirius.
Gelukkig vertrekken we morgen al, na een overnachting hier in Het Gebroken Wiel. We moeten vanaf hier naar het westen naar een soort van cirkel met grote stenen. Ik ben benieuwd.
69 AD
Na een hoop gezoek en verkennen hebben we een soort tempelachtig gebouwtje gevonden boven op een bergje. Om het tempeltje heen is het gras of geel, of geheel afwezig. Ook stond er een vreemde versteende boom. Ik weet niet wat ik er van moet denken, maar ik voel me niet op m'n gemak.
70 AD
Zo, dat was een slopende dag zeg. Ik zal maar beginnen bij het begin.
Midden in de nacht werden we aangevallen door een dozijn walgelijke skeletten die zich doelgericht naar onze slaapplaats beweegden. Terwijl ik nog aan het denken was hoe we het gevecht het best konden aanvangen riep Irtek al de naam van Faria aan. Onmiddellijk voelde ik een warme gloed door mij gaan en het volgende ogenblik zakten 8 skeletten knarsend in elkaar. Gesterkt door zijn voorbeeld riep ook ik Faria aan, maar zij besloot dat we de overige skeletten zelf uit hun lijden moesten verlossen. Dit deden we dan ook. ik moet niet vergeten dat de giften van Faria nooit lichtvaardig worden geschonken.
De volgende ochtend was er opeens een tempel aan de voet van de heuvel verschenen. Wat moesten we daar nu van denken? Ik detecteerde geen magie, al was er wel iets. Daarna kon ik Chrel gaan uitleggen hoe het detecteren van magie werkt iets wat me niet geheel lukte. Na wat gediscussieer zijn we de tempel binnengegaan, die trouwens hetzelfde symbool draagt als dat van Aiden's talisman. In de tempel was er een soort gang naar een grot met olijfbomen. Beetje wazig allemaal, maar toch voelde de omgeving nog steeds goed aan. Het werd nog waziger toen we de grot aan de andere kant verlieten na ongeveer 50 minuten kwamen we weer aan bij dezelfde grot, terwijl we niet echt een kromming hebben kunnen ontdekken ofzo. Na wat heen en weer geloop zijn we geen steek verder want we komen elke keer in dezelfde grot terecht.
Jeetje, wat ben ik moe.
71 AD
Na het ontbijt begon Irtek wat hout te sprokkelen en te verbranden. Het beeldje van Faria weerklonk met een soort geklingel als van klokjes in mijn hoofd, iets wat we later begrepen als een goed iets. Er verschenen toortsen in de gang.
We besloten die in te gaan, en jawel, na 50 minuten kwamen we weer in dezelfde grot. Dit keer staan er echter manden bij de olijfbomen en een kapotte kar op de weg. Vermoedend dat het een soort test was, vulden we de manden met olijven en zetten die in de kar, die we intussen ook hadden gemaakt. Dit bleek het goede te zijn: in de gang die we daarna inliepen waren er elven te zien op de wanden. Na een uurtje lopen kwamen we weer in de grot, waar helemaal niks veranderd was.
We begonnen ons geduld een beetje te verliezen en besloten om de kar ditmaal mee te nemen. (De kar was trouwens helemaal niet zo zwaar om te trekken.) Met een fel licht en wat geklingel vanuit het beeldje deelde Faria mee dat dat de goede weg was. Na meer dan een uur (de kar was wel licht, maar nog steeds hield hij ons op) kwamen we aan bij een andere grot: groter dan de eerste, en er stond een boerderij.
Ik probeerde Aiden ervan te overtuigen dat aangezien de deur van het huis dicht was we niet zomaar binnen konnen lopen. Aiden liep toch naar binnen, en daar ben ik achteraf blij om.
Het bleek dat we hier allemaal een test moesten ondergaan. her en der zaten een soort geesten (maar 'goedaardige' geesten, als je begrijpt wat ik bedoel) die blijkbaar onderbroken waren in een activiteit. Aiden vond een half-af gedicht wat hij af maakte, Irtek smeedde een vlegel in de smidse, Bertus begon graan te maaien en ik kwam een geest tegen dat bezig was een zalfje te maken. Het was me eerst niet duidelijk wat precies, want met dezelfde ingredienten kun je ook een verdovende stof maken. Ik koos ervoor om een helende zalf te maken. Mijn eerste zalfke was niet geheel gelukt dus ik probeerde ik het nog een keer, dit keer met meer succes. Wederom hoorde ik een getingel. Mijn taak was volbracht, dus ging ik op zoek naar Chrel. Deze had meer moeite met zijn opdracht en was maar begonnen met bier drinken. Na wat advies van de anderen nam hij toch de bezem maar op en heeft hij de kamer schoongeveegd.
We namen aan dat hiermee onze test voldaan was en liepen door de gang verder. De gang was nog mooier bewerkt: we zagen af en toe zelfs huizen, en hoorden soms stemmen in de verte. De gang verbreedde zich steeds meer en was na iets minder dan een uur een volwaardige straat die uitkwam op een soort marktplein. Er stonden marktkraampjes, waartussen verschillende schimmen van mensen zich bewegen.
|