Played on 2003/07/20
As written by the hand of Phaedra
127 AD 25 augustus, 373 AR (vervolg)
Hoe Jisan er over denkt weet ik dus, maar ik weet wel dat Sakina er niet blij mee is. Rase was net met het boek naar boven toen er een oude man 'De Gouden Lamp' binnenkwam. Dat is op zich niet zo vreemd, ware het niet dat het twistgesprek bij de deur wat al bezig was, opeens een stuk ruiger werd. Ik probeerde de gemoederen te bedaren met calm emotions, maar dat mocht niet baten. In korte tijd is er dan ook een groot gevecht bezig. Bertus raakte nog voordat je 'bier' kon zeggen in gevecht met meerdere mensen. Wel was ik trots op Crhel, die zich goed inhield. Nou ja, in het begin dan. Hij probeerde de oude man op te tillen, en dat lukte ook, maar hij werd al snel tegen de grond geduwd door een andere vechter.
Besluitend dat ik het wel genoeg vond sprak ik de woorden voor een obscuring mist uit. In enkele momenten was de hele gelagkamer gehuld in een potdikke mist. Dit haalde het vuur een beetje uit de vechters, maar niet voldoende...
Ondertussen was ik bij het rare mannetje. Dat had lang geduurd, want ik werd ondertussen gehinderd door heel veel andere vechters. Nou, ik verkocht die oude man een klap op zijn smoel ware het niet dat mijn vuist terugveerde van een onzichtbare barriere. Ik had wel het idee dat hij er wat last van had, maar echt veel was het niet. Terwijl ik toch vol uithaalde! Na wat geduw begon hij nog een spreuk uit te spreken... ik probeerde hem tegen te houden met een sound burst, daarbij Crhel ontziend die intussen onder vier vechters lag. Doofheid was niet iets wat hij er nog bij nodig had. Blijkbaar kon de oude man er beter tegen dan gedacht want enkele momenten later begon iedereen in onze groep licht te geven, zelfs door de mist heen! Geschrokken kon ik niet echt iets beters bedenken dan naar buiten te strompelen om daar bij mijn positieven te komen.
Ik hoor net van Crhel dat hij de oude man één keer goed heeft kunnen raken, en dat is waarschijnlijk dan ook de reden dat het gevecht na nog wat momenten weer stopte. De stadswacht verscheen en probeerde orde op zaken te stellen. Ik hielp hen daarbij door het verbinden van wonden, en Bertus begon wat tafeltjes enzo te repareren door middel van handoplegging. De barman keek vreemd op, maar was heel blij met het resultaat. Rase stuurde ik ondertussen weer terug naar boven om 'Lhadj'jia Kiz' veilig te stellen. Hij kon me wel vertellen dat mijn beschrijving van die 'rare oude man' overeenkwam met wat hij heeft gezien van Sakina.
128 AD 26 augustus, 373 AR
Die Ayyam mag ik echt niet... Vanochtend zijn we naar de sultan en hem gegaan en hebben hen het boek overhandigd. Ze waren blij om te horen dat iemand in het huishouden van Sakina hem in de eerste instantie heeft tegengehouden. Dat was blijkbaar inderdaad een teken dat zij ook willen dat het boek in de openbare bibliotheek komt.
Ayyam zei toen dat hij mee zou gaan naar de Seven Lordships. Binnen enkele dagen zal hij ons een bode sturen dat we kunnen gaan. Hij moet eerst nog wat lopende zaken afhandelen. En meneer moet een entourage samenstellen. Een entourage. Nu vraag ik je... We probeerden hem duidelijk te maken dat incognito reizen wellicht een betere oplossing is. Minder opvallend, minder problemen, sneller. Nee, hij zou niet 'terugkomen als een dief in de nacht'. Okay, glorieus is het niet, maar het is zeker minder moeite. Zucht.
De rest van de dag hebben we inkopen gedaan en wat gerust.
129 AD 27 augustus, 373 AR
Nou, Ayyam is minder traag dan ik dacht. Vanochtend al kwam een bode uit het paleis dat hij klaar was. We vertrokken dan ook rap richting Rorn. Jeuh! Weer weken in die woestijn.
130 AD 28 augustus, 373 AR
Hmm, die kamelen gaan inderdaad sneller dan paarden. Nooit gedacht. En dan die bedienden van Ayyam! Zonder klagen houden ze het tempo bij, terwijl ze lopen! Lopen door dit brandende zand, de hele dag. Een sterk ras, deze mensen.
132 AD 30 augustus, 373 AR
Vandaag hebben we een zandstorm overleefd. Crhel zag hem het eerst opdoemen in de verte. De caravaan hield halt, en binnen een paar minuten waren we allemaal, kamelen en paarden incluis, verschuild in één van de vele tenten. Ik heb samen met Bertus de paarden rustig moeten houden, ze waren erg zenuwachtig. Ik kan alleen maar zeggen dat we erg veel mazzel hebben gehad op de heenweg dat we geen zandstorm over ons heen hebben gehad. We hadden het niet overleefd. Ik dank Faria hiervoor.
137 AD 4 september, 373 AR
We zijn weer in de Seven Lordships. Maar goed ook, want ik ben helemaal doodop. Niet echt mijn ding, de Desert Kingdom.
De groep was vandaag trouwens erg irritant. Elk dingetje moet worden besproken.
139 AD 6 september, 373 AR
Deephaven. Vandaag geoefend in de onderhandse zwaai met mijn vlegel. Gaat nu beter, maar wel erg moe.
143 AD 10 september, 373 AR
Het zat weer niet echt mee vandaag. Eerst hebben we Ayyam overtuigd dat ie maar even met zijn entourage buiten Rorn moest blijven totdat we Pythia op de hoogte hadden gesteld. Zo gezegd, zo gedaan.
Rase, Aidan en ik worden snel toegelaten bij Pythia, die nog een gast heeft. Iets aan de kerel (Tibahba) kwam me bekend voor, maar zowel Rase als Aidan gaven geen enkele blijk van herkenning. Erop vertrouwend dat Pythia vast wel vertrouwenswaardige gasten heeft, begin ik met het verhaal. Na enkele zinnen stop ik, beseffend dat zelfs die gasten hier niks over hoeven te weten. Meneer Tibahba wordt door Pythia min-of-meer de kamer uitgestuurd, en net als ie wegloopt zegt hij nog "Woef!" En dan herinner ik het me! Tibahba, die volgens Pythia de ambassadeur van Askane is, is de ontsnapte Meltime die ons die belachelijke tol vroeg toen we uit Forganta vertrokken.
We vertellen dit allemaal aan Pythia, maar die kan niet echt iets doen. Zelfs al is hij een Meltime, het 'verwijderen' van een ambassadeur is onmogelijk.
We vertellen dan de rest van het verhaal, waarin we duidelijk laten merken dat we Ayyam ongeschikt vinden voor het koningsschap. Pythia begrijpt ons, maar kan ook hier niet direct iets aan doen. Ze zal vandaag nog met hem spreken, en morgen zullen we ontboden worden bij haar en heer Forlorn.
Vanmiddag hebben we geprobeerd om Ayyam over te halen om wat van zijn bedienden de stad in te sturen om te helpen om Tibahba te vinden. Na veel gediscussieerd te hebben stemde hij in. Aidan en Rase zijn ook de stad in om hem te zoeken. Ja, Bertus en Crhel ook, maar ik betwijfel of ze hem gaan vinden op de bodem van hun bierpul.
Na de zoveelste confrontatie met Ayyam had ik het echt helemaal gehad. Ik ben toen naar de tempel gegaan en heb daar langdurig gebeden. Ik ben nu iets kalmer, maar echt helemaal gerust ben ik niet. Wellicht heeft het ook te maken met het feit dat de groep niet echt goed aan elkaar hangt. Ze zijn erg recalcitrant, en mijn opmerkingen worden steeds vaker genegeerd. Maar zelf beslissingen maken, ho maar.
Oeps. Ik besef me nu dat Ayyam het neefje van Pythia is. En we hebben hem behoorlijk afgekraakt. Oeps. Nou ja, de waarheid hoeft niet verzwegen te worden. Pythia zal dat ongetwijfeld begrijpen.
144 AD 11 september, 373 AR
Eerst even over gisteren: Rase en Aidan hebben Tibahba gevonden, en hij zat gewoon in de ambassade van Askane. Ze hebben geprobeerd om daar in te breken, maar dat is niet gelukt. Waar is die kerel mee bezig?
In de loop van de ochtend zijn we ontboden bij heer Forlorn. Daar waren naast de heer en Pythia ook Ayyam en een bevelhebber van de vloot aanwezig. Wat bleek: de piraten die Camlee al jaren lastigvallen hebben afgelopen maanden hun aanvallen verhevigd. Al vijf dorpen zijn met de grond gelijkgemaakt waarbij iedereen is vermoord. Ook op zee wordt tegenwoordig iedereen in koelen bloede de keel doorgesneden. Er is geen patroon in de overvallen, maar gedacht wordt door Forlorn dat er een externe macht achter de intensificatie zit. Afgezien van de honderden mensenlevens die dit kost, kost het ook aandacht en manschappen die Forlorn tegen Tuvane wil inzitten.
Aan ons de keuze wat we wilden doen: of achter de barbaar uit onze droom aangaan, of proberen de piraten tegen te houden of in ieder geval de geldstroom die er waarschijnlijk achter zit. We kozen voor de laatste. Forlorn zal ons binnen een paar dagen een kapitein met schip en bemanning toewijzen.
Dat niet alleen, maar we hebben intussen ook vertrekken gekregen in het paleis, met alle voordelen van dien. En op Aidan's verzoek krijgen we ook een soort geleide van Forlorn, die zegt dat we op zijn orders werken. Dat zou nog wel eens heel handig van pas kunnen komen.
Aidan komt net terug uit van de herbergen. Hij heeft maar een enkele overlevende uit de geplunderde dorpen gevonden, en die kon niks nuttigs vertellen. De zeelieden in de herbergen aan de haven lopen over van de speculaties, maar enkele dingen kwamen te vaak terug om alleen een gerucht te zijn: Waarschijnlijk hebben de piraten een eigen bolwerk, en het ligt waarschijnlijk in het zuiden. Daar lagen immers ook de vijf verbrande dorpen.
Morgen zal ik een lederen wapenrusting kopen, in plaats van die loodzware die ik nu heb. Nog afgezien van het gewicht: ik denk dat al dat zoute water funest zou zijn ervoor. En ik ben bang dat ik Pegasus achter moet laten. Als ze maar goed voor hem zorgen!
146 AD 13 september, 373 AR
Vandaag hebben we de kapitein en zijn bemanning ontmoet die ons is toegewezen door heer Forlorn. Geen tijd verliezend zijn we toen binnen een uur vertrokken. De kapitein, meester Skaythe geheten, lijkt me een goede man, en zijn bemanning met hem. Ik heb een goed gevoel over deze tocht!
147 AD 14 september, 373 AR
Die piraten zijn onmensen! Vandaag kwamen we in Trevaln, en werkelijk alles is vernietigd. Honderden lijken lagen dood in de straten. Het knaagt aan me dat we ze niet eens hebben kunnen verbranden, maar dat zou teveel werk betekenen en ons ophouden. Ik kan alleen maar hopen dat Pythia hier mensen voor stuurt.
Rase heeft het grootste gedeelte van het onderzoek gedaan, en van mij mag hij. Ik werd meerdere keren onpasselijk.
Een paar dingen werden duidelijk: de piraten zijn ongewoon goed bewapend. En op bepaalde plaatsen lijkt het wel alsof ze opzettelijk sporen hebben uitgewist. Verder was er zelfs geen half koperstukje meer te vinden in het dorp. Iedereen is methodisch vermoord en daarna is alles systematisch weggehaald.
148 AD 15 september, 373 AR
Vandaag hebben we Rumbrugt onderzocht. Ik ga er niet veel over zeggen, want ik ben er niet lekker van. Weer iedereen vermoord, alles gestolen, en sporen zijn soms uitgewist. Sporen van wat?
|