Played on 2003/10/19
As written by the hand of Phaedra
177 AD 13 oktober, 373 AR
Vandaag zijn we vertrokken naar Cornship. We zullen de omweg nemen via de oude Karavaanweg door het bos. Op deze manier hoeven we niet dwars door Helch.
179 AD 15 oktober, 373 AR
Vandaag door Dunhaven getrokken. Ik verwacht dat we over een dagje bij de grens met Askane komen. Daar zullen we onze buitgemaakte Meltimen-mantels aandoen als vermomming.
181 AD 17 oktober, 373 AR
Ha, even wat rust. Vanochtend kwamen we bij de grens tussen Askane en Siovale en konden we de Meltimen-mantels afdoen. Blij toe. En morgen zullen we via de Karavaan-weg naar Helch gaan. Ik denk dat onze tocht door het Moonlight Forest in totaal twee dagen gaat duren. We zullen voorzichtig moeten trekken zowel voor de paarden (slechte ondergrond) als het feit dat ik dit bos nog steeds best 'eng' vind. Slecht woord, 'eng', maar ik vertrouw het niet zo. Niet dat al die oude-wijven-praat waar is, maar voorzichtigheid is geboden.
182 AD 18 oktober, 373 AR
Vreemd. De Karavaanweg lijkt veel drukker begaand te zijn dan dat ik me kon herinneren. In het begin, aan de bosrand, leek het alsof de weg nog even weinig werd gebruikt als in de tijd dat ik met Tirius (Faria hebbe zijn ziel) rondtrok. Maar daarna werd door de sporen duidelijk dat de weg drukbereisd was. Ook de hut (waar we nu in zullen slapen) is erg goed onderhouden. Vreemd.
Gelukkig hebben we ongestoord kunnen reizen, al voel ik me nog steeds niet op mijn gemak. Crhel en Bertus hebben hier echter helemaal geen last van, en Aidan zit al de hele dag één of ander deuntje te neuriën en te zingen. Maar de tekst klopt volgens mij niet. En als ik dat opmerk, wil dat wat zeggen!
183 AD 19 oktober, 373 AR
Vandaag kwamen we aan het eind van de Karavaanweg. Ook daar waren de sporen opeens een stuk minder. Ik opperde de mogelijkheid dat de weg gebruikt werd door smokkelaars in deze onrustige tijden. Helaas hebben we nu gewoon te weinig informatie. We reizen nu langs de bosrand verder naar het noorden, naar Cornship.
184 AD 20 oktober, 373 AR
Het ziet er niet naar uit dat bossen mijn favoriete plek worden. Ik ben toch meer een stadsmens. Vandaag zijn we op veilige afstand van Cornship doorgereisd. We vonden de berken vrij makkelijk zoveel klopt dan in ieder geval van het verhaal van die kennis van Aidan.
185 AD 21 oktober, 373 AR
Vandaag vielen veel dingen op de plaats... Sommige dingen waren al bijna een half jaar geleden en vandaag werd daar het belang van duidelijk.
(Trouwens, voor dat ik het vergeet: vanochtend waren de stenen rond de vuurplaats begroeid... En die lagen daar dus maar een avondje en ze waren al begroeid.)
Na de gebruikelijke ochtendbezigheden vervolgden we onze weg langs het spoor van berken. Na ongeveer, zeg, 4 uur kwamen we bij een open plek in het bos. Nou ja, de begroeiing werd wat minder dik. Daar ontmoetten we, met veel moeite, een elf. Hij was bijna niet te onderscheiden tussen alle bomen en wie weet hoe lang hij ons al volgde! Maar hij sprak ons dus aan terwijl hij bijna onzichtbaar was en hij stond op een tiental meters afstand! Crhel wilde iets overhaasts gaan doen, maar we konden hem intomen. De elf was erg schrikachtig, en wij waren erg voorzichtig voeg dit bij elkaar op en je hebt een erg moeizame ontmoeting. De elf bleek Dutandîl te heten, en was niet erg toeschietelijk. Dit was een attitude die we nog vaker gingen tegenkomen. Ach, zoals later bleek was de houding volkomen begrijpelijk. Dutandîl ging ons voor naar het elvendorp, wat op ongeveer een half uurke lopen was. Ik sjouwde en ik sjouwde maar door de bossen, terwijl Dutandîl lichtvoetig van steen naar tak sprong...
Het dorp was prachtig! Mooi afgewerkte, degelijke hutten, maar niet op de grond, nee! De woningen waren verwerkt, bijna verzonken, in de stammen van de bomen. Het geheel gaf een beetje vreemde, onaardse sfeer. Niet echt vervelend, maar ook zeker niet huiselijk, ik voelde me eigenlijk nogal klein. (En als ik eerlijk ben is dat niet een gevoel waar ik van houd.) Dit terwijl het dorpje maar iets van 10 tot 20 hutjes besloeg. In het dorpje waren iets van 10 elven aanwezig frêle, mooie mensachtigen die toch een merkwaardige kracht uitstraalden.
Ook in het dorp was het ontvangst niet echt geweldig... we praatten eerst met Dutandîl en wat andere elfen (zij met wie we uberhaupt een gesprek konden voeren, aangezien lang niet iedereen de taal van de Seven Lordships sprak). Daarna kwam vanaf een enorme boom (zonder bladeren, hij was helemaal omwikkeld met klimop) een vrouw die een soort leidster was. Er werd een heel gesprek gevoerd, en dat terwijl we bereisd waren, de paarden nog geeneens afgetuigd waren of wat dan ook! Allemaal leuk hoor, in het bos wonen, maar de basisprincipes van gastvrijheid moeten toch overal bekend zijn? Blijkbaar niet. Ik liet dit een beetje doorschemeren en gelijk werd de metgezel van de vrouw (een kerel die Illonas bleek te heten) onpasselijk. Ik heb gelijk mijn excuses aangeboden, want er bleken veel meer dingen mee te spelen dan ik had gedacht. Ik zal hier de korte versie opschrijven, aangezien ik onmogelijk alle details kan overbrengen:
- De vrouw kent Aidan blijkbaar, maar vertrouwt hem niet. Hij is onder vreemde omstandigheden verdwenen: bij een gevecht tussen elven en een andere groepering. Aidan had, in theorie, een verrader kunnen zijn.
- Daarop zeiden Irtek en ik dat we instonden voor Aidan, maar dat was niet genoeg. De vrouw wilde ons wel dingen vertellen ook, maar ze zei een bewijs nodig te hebben dat we waren wie we zeiden dat we waren. Toen ik vroeg hoe we dat bewijs konden leveren, reageerde ze ontwijkend. "In deze tijden ..." bla bla.
- Dat we de ene helft van een scroll hadden en dat we die niet hadden gebruikt om een halve stad op te blazen was niet geruststellend. Pas toen we meldden dat we een dodenstad hadden gevonden was ze van onze goede intenties overtuigd.
- Toen kwam er een heel verhaal over de historie van de elven, en Aidan's mogelijke rol daarin. Ook werd me duidelijk dat zij vonden dat het Orakel bij Forganta een Elvenorakel was... en dat zij niet meer in hun god, Corellon Lerethian genaamd, geloven!
- Niet vergeten: praten met die Illonas... die is het allemaal niet eens met zijn vrouw, wat mij misschien een mogelijkheid geeft tot het winnen van wat extra informatie.
|