Played on 2003/11/02
As written by the hand of Phaedra
188 AD 24 oktober, 373 AR (vervolg)
Aangezien de In Ioho en zijn vrouwelijke adjudant niet meewerkten en duidelijk tijd zaten te rekken, was Aidan gedwongen om charm person uit te spreken over In Ioho. Toen wilde hij wel onze vragen beantwoorden. Ja, hij had de scroll 'veilig gesteld.' Waarom? Omdat hij in het noorden veiliger was. Jaha, dat zegt veel. De scroll wordt naar In Talla Hir in het noorden gebracht door een koerier genaamd Tashindra. We vertrokken toen zo snel mogelijk achter die koerier aan, hopend hem in te halen.
Na een kwartiertje lopen hadden we een beter plan. In plaats van met zijn allen achter de koerier aan te gaan en hopen op een mirakel, gingen we gewoon nadenken. We besloten dat Crhel, Aidan en Miratine (een nieuwe/oude vriend van Aidan) achter de koerier aangingen. Irtek, Bertus en ik zouden terug gaan naar In Shinta Tinne. Daar gaan we Gort Rinahel vragen of zij het bos tegen de koerier kan opzetten. Ja, blijkbaar kan dat ik heb het niet verzonnen, Miratine kwam er mee aan. In In Phagos Elundil kregen we een gids genaamd Falahir om ons terug te brengen naar In Shinta Tinne. Jammergenoeg spreekt hij geen Common, maar dat heeft nog geen belachelijk grote problemen opgeleverd.
De rest van de dag en een deel van de nacht hebben we gelopen door het bos, in een werkelijk belachelijk tempo. Ik heb mijn wapenrusting tijdelijk aan Bertus moeten geven aangezien ik het gewoon niet meer kon tillen na een tijdje. Poehoe... hier ben ik niet voor gebouwd! We gingen slapen in het bos, na met veel moeite uitgelegd te hebben aan Falahir dat we na vier uur gewekt wilden worden.
189 AD 25 oktober, 373 AR
Ook al hebben die elven geen god meer, of zo zeggen ze zelf, ze hebben blijkbaar toch nog toegang tot krachtige magie.
De 'dag' begon vreemd, aangezien we vanzelf wakker werden, en niet werden gewekt door Falahir zoals afgesproken. Het was nog nacht toen we wakker werden, en eerst twijfelden we, en Falahir met ons, aan ons waarnemingsvermogen. Maar het was echt zo: we waren wakker geworden op een andere plek dan dat we waren gaan slapen!
Falahir snapte het ook niet, maar na wat provisorische communicatie (met behulp van comprehend languages) begreep ik dat hij wist waar we waren, maar dat ook hij niet wist hoe we er waren gekomen. We waren nu veel dichter bij ons reisdoel dan bij het slapengaan we moesten nog maar enkele uren lopen, in plaats van nog meer dan een dag!
Enkele uren later kwamen we daadwerkelijk aan in In Shinta Tinne waar we met Gort Rinahel praatten. Ze verwachtte ons al, en had inderdaad ons verplaatst in onze slaap. Hoe, dat wilde ze niet kwijt.
Ze vroeg ons wat we wilden. Vreemd heh? Ik bedoel, ze wist dat we haast hadden, en ze kon onze reis versnellen, maar ze wist niet wat we wilden. We vertelden wat we hadden bereikt (en wat we vooral niet hadden bereikt) en wat we van haar verlangden. Ze was niet echt overtuigd, en ze wou horen hoe Miratine er over dacht. Toen hebben we iets van een half uur moeten inpraten op Miratine voordat ze haar hoofd door de Ringen wou steken. Nou jaaaa, we hadden het al voorgedaan! Uiteindelijk heeft ze gelukkig wel met Gort Rinahel gepraat en blijkbaar beviel het de oude vrouw. Ze bood ons aan om ons via een speciale manier, gerelateerd aan de manier waarop ze ons 's nachts had verplaatst, naar Aidan, Miratine en Crhel te toveren. Daarna zou ze ons met zijn allen verplaatsen naar daar waar de scroll nu is.
Ja, en daar had ik toch problemen mee. We zouden geblinddoekt moeten worden, omdat we tijdens al dit getover niks mochten zien. Want dat zouden we niet kunnen bevatten. Maar onze paarden moestten niet geblinddoekt. Want die hadden daar geen last van, want die 'waren van de natuur.' En wij niet natuurlijk! Huh wat? Na lange tijd heb ik toch maar ingestemd met het plan, al was ik er niet gerust op. Maar we hadden niet veel keus.
Dus lieten we ons blinddoeken en gingen we op onze paarden zitten. We leidden de paarden van Aidan en Crhel achter ons, en toen begon Gort Rinahel de spreuk. Ik voelde iets van versnelling, en toen een vreemd gewaarwording. Het voelde alsof we vooruit gingen, maar toch bleven stilstaan. Het waaide wel geloof ik. Na ongeveer zes uur voelde ik iets van afname van snelheid, en toen hoorde ik iets meer dan alleen wind. Ik hoorde het geluid van het bos om me heen, en daarna het gepraat van mijn metgezellen. Na heel duidelijk te hebben gevraagd of Aidan en Crhel er waren, en daar een bevestigend antwoord op te hebben gekregen, deed ik mijn blinddoek af. We waren er!
Na een korte pauze waarin we elkaar bijpraatten moessten we echter weer weg. Ook nu had ik daar geen zin maar ook nu hadden we weinig keuze. Na weer een hellerit (die gelukkig korter duurde) kwamen we ergens in het bos aan. Miratine zei dat ze wel wist waar we waren, en dat de koerier hier waarschijnlijk zou langskomen, en dat ie in ieder geval nog achter ons zou zitten. Jammergenoeg wisten we niet hoe ver achter ons. Ik heb toen een plan bedacht om de koerier in de val te laten lopen. Ik stuurde Crhel naar het zuiden als uitkijk. Irtek spande een touw over de 'weg', en Aidan zou dat onzichtbaar maken zodra hij via de Ringen een seintje kreeg van Crhel. Irtek, Miratine en Bertus vatten post aan weerszijden van de bomen die het touw vasthielden, terwijl ik iets ten noorden van het touw ging zitten als back-up. De paarden werden achter een stel bomen neergezet.
Theoretisch was dit een uitstekend plan. We hadden er echter geen rekening mee gehouden dat de koerier niet meer alleen was en dat zijn groep Crhel zag voordat hij hen zag. De barbaar vertelde me later dat hij opeens een pijl in zijn been had, terwijl hij nog geen schutter had gezien!
Het was een erg chaotisch gevecht, waarin we meerdere elven uitschakelden maar ook zelf behoorlijk klop kregen. Uiteindelijk waren alle elven buiten gevecht gesteld, op één volledig irritant persoon na. Deze kreeg het voor elkaar om met gemak negen, tien meters van boom naar boom te springen! Zijn favoriete tactiek was om zich uit een boom te laten vallen bovenop iemand van ons, een gemene klap met een dolk uit te delen, en weer naar boven te springen voordat het slachtoffer zich kon verdedigen. Een smerige en laffe manier van vechten! Deze elf wist uiteindelijk wel te ontkomen we hadden enkele manier om zo snel te bewegen in het bos, terwijl hij bovendien moeilijk te onderscheiden was van de bomen.
|