Played on 2003/11/16
As written by the hand of Irtek
191 AD - 28 oktober, 373 AR
Nadat we Aidan en Crhel weer teruggevonden hadden aan de rand van het dorpje,
waar we overigens erg raar aangekeken werden door de lokale elven, gingen
we zo snel mogelijk achter de boodschapper en zijn rare springende vriend
aan. Gelukkig waren ze maar zo'n 20 minuten voor ons vertrokken, en hun
sporen waren duidelijk te zien. Omdat we niet zo snel vooruit konden komen
met de paarden, vroegen we Miratine of ze op kon passen, zodat wij snel vooruit
konden lopen.
Na een paar minuten joggen bleek echter dat de elven snapten dat ze
achtervolgd werden, want het spoor begon eerst naar links, toen weer 2 keer
naar rechts, en toen weer naar links af te buigen. Met andere woorden, ze
waren omwegen aan het maken. Onder het joggen besloten Phaedra, Crhel en
Bertus dat ze gingen proberen om deze misleidingen in het spoor af te snijden.
Aidan en ik bleven echter het spoor volgen -- niemand kon immers zeggen of ze
niet op een gegeven moment een andere route gingen volgen.
Op een gegeven moment zagen Aidan en ik ook dat het spoor naar links afboog
in plaat van het verwachte rechts. Achteraf bleek dat we waarschijnlijk geluk
hadden gehad, want de rest had op zich er goed aan gedaan om een keer af te
snijden. Helaas voor de rest hadden zij net weer de afslag naar links gemist,
zodat ze op een gegeven moment het spoor kwijt waren en terug moesten keren.
Daardoor waren ze uiteindelijk minstens een kwartier later bij... Maar ik loop
op de zaken vooruit.
Goed, Aidan en ik liepen dus opeens voorop zonder dat we het wisten. Toen
zagen we in de verte 2 schimmen! We waren dus duidelijk op de een of andere
manier ingelopen. Aidan bleef even staan om zich voor te bereiden op het
gevecht dat zeer waarschijnlijk zou komen, terwijl ik probeerde om de 2
schimmen niet uit het oog te verliezen. Opeens zag ik er echter nog maar 1 die
hard doorliep, en nog voordat ik van de schrik bekomen was stond die rare
springende elf voor me!
Ik was totaal niet in staat om hem goed af te weren, hij was veel te snel
voor me. En verder bleek hij niet ontvankelijk voor directe magische krachten
van Faria -- maar misschien werken die gewoon niet goed op elven om de een of
andere reden. Ik moest dus een list verzinnen. Gelukkig hielp Aidan me, hij
schoot een groot aantal pijlen terwijl hij naar ons toe kwam rennen. Ik
probeerde van die afleiding gebruik te maken door langs hem heen naar de nu
snel kleiner wordende tweede schim te rennen, maar dat vereidelde hij door
ervoor te springen.
Op dat moment was het lot me echter goed gezind; de elf struikelde over een
uitstekende boomwortel en lag op de grond. Ik maakte van de situatie gebruik
en met behulp van Faria vervormde ik het hout zodat de elf op de grond vast
zou zitten. Dat won me net genoeg tijd om mijn touw te vinden, en dat om hem
heen te slaan en nogmaals met behulp van Faria hem stevig vast te binden.
Terwijl ik nog wat aan het nahijgen was, kwam Aidan eraan en na een kort
overleg ging hij achter de nu helaas al helemaal verdwenen schim aan.
Gelukkig liep hij snel in en gaf de boodschapper zich snel over. Hij deed
zelfs niet moeilijk over het teruggeven van de scroll.
Ondertussen kwam de rest ook aan op het punt waar ik stond te wachten met
de gevangen genomen elf. Ze konden het bijna niet geloven, maar we waren
allemaal blij dat we de scroll weer terughadden. Toen hadden we alleen nog
geen idee wat we zouden moeten doen met de gevangenen...
Na wat overleg met Miratine, die tenslotte na heel wat kronkelende sporen
gevolgd te hebben ook op de plek aankwam, besloten we om terug te keren
naar In Phagos Elundil. Daar kende Miratine in ieder geval genoeg elven die
ons duidelijk goed gezind zouden zijn, en bovendien was het het dorpje
dat het dichtste bij lag. Zodoende zijn we nu op reis daar naar toe. Ik
moet zeggen dat ik blij zal zijn als we tussen de bossen uit zijn...
196 AD - 3 november, 373 AR
Er zijn gelukkig geen vreemde dingen gebeurd onderweg naar In Phagos
Elundil. De gevangenen werken goed mee, en we hebben alle tussenliggende
dorpjes ontweken om lastige vragen te voorkomen. We zijn nu zo'n uurtje voor
het dorp, en Miratine is vooruit om te kijken of de kust veilig is. We zullen
zien...
(een uur later)
Miratine is terug, en brengt goed nieuws: de In Ioho is vertrokken naar het
noorden. Zoals zij het verteld, is het dorpje weer terug naar het oude regime,
waar de meest wijze elven het voor het zeggen hebben. Het lijkt ons dus niet
ongepast om te overnachten in In Phagos Elundil, zeker niet omdat Aidan erg
veel behoefte heeft om meer te weten te komen over zijn mysterieuze verleden
(en ik kan hem eigenlijk geen ongelijk geven). Miratine en haar vrienden
beloven om goed op de gevangenen te passen, terwijl wij een avond rust nemen,
en Aidan bij aan het praten is met oude bekenden die hij zelf niet eens meer
herinnerd...
Wat Aidan betreft, die hoort een groot aantal interessante feiten uit zijn
verleden. Het lijkt me erg vreemd om zo je geheugen verloren te zijn, elke
keer als iemand een anecdote verteld, moet hij nadenken, en het is duidelijk
dat hij het zich niet kan herinneren. In ieder geval blijkt dat hij al sinds
zijn 16e bij de elven in In Shinta Tine woonde; niemand weet eigenlijk meer
hoe hij er gekomen is (misschien dat Imoria dat wel wist). In ieder geval is
hij opgevoed bij de elven. Op zijn 19e kreeg hij een relatie met Imoria,
en op zijn 22e kregen ze een kind. Toen Imoria overleed bij de overval, was
ze 116. Naar mate Aidan langer bij de elven verbleef, kreeg hij ook meer
belangstelling voor de oude verdwenen god, Corellan. Zeer waarschijnlijk
kwam hij daardoor ook aan het medaillon.
De scroll was dan ook bedoeld om de heilige stad van Corellan terug te halen,
en zowel Imoria als Aidan waren ervan overtuigd dat dat noodzakelijk was.
Helaas herinnerde niemand zich dus de lokatie, en was daarna zowel Aidan als
de scroll weg.
Dit alles sterkt ons in de overtuiging dat we echt de andere helft van de
scroll moeten terughalen. We gaan dan ook de volgende dag op pad naar de
Meltimen. Wel stoppen we nog even bij Gort Rinahel, om haar nogmaals te
bedanken voor haar hulp bij het terughalen van dit deel. Er is verder geen
nieuws van Meltimen, en ze weet ook niet waar hun basis is gelegen, dus we
zullen op eigen kracht de andere helft moeten achterhalen. Morgen gaan we op
pad!
|