Played on 2003/08/03
As written by the hand of Phaedra
148 AD 15 september, 373 AR (vervolg)
Aidan heeft intussen een plan geformuleerd. Er zitten nog wat haken en ogen aan, maar ik denk zeker dat er kans van slagen is. Hij vindt dat we bij elk havenstadje moeten aanmeren om de lokale bevolking bij te staan. Dit zouden we dan op verschillende manieren kunnen doen: We zouden de mensen kunnen instrueren om (bijvoorbeeld) brandende pijlen op het schip te schieten, eventueel met behulp van ballista's. Daarnaast moeten we de inwoners ook op het hart drukken dat ze niet blijven om te vechten. Deze piraten zijn te goed bewapend en te goed getraind en bovendien volkomen meedogenloos. Ze zullen geen genade schenken. Uiteraard zou het dorp weggevaagd worden, maar lijf en leden zouden gered worden. Ik zie wel iets in het plan, al schijnt Aidan af-en-toe te denken dat de verhalen die hij vertelt waar zijn... maar niet elke boer die een zwaard oppakt is ook een goede vechter. Meestal juist niet.
Voordelen zijn echter dat de piraten wat tegenstand krijgen. Ik verwacht dat ze dit soort intensieve campagnes wel opgeven als deze te kostbaar worden. Het uitleggen van één en zou wel wat tijd kosten, maar gelukkig hebben we de papieren van Heer Forlorn die ons merken als zijnde officiele gezanten.
Ondertussen zit Irtek te broeden op wat we nu eigenlijk moeten doen als we een piraat tegenkomen. Op zich goed punt. Ons schip, de Ronicha, is niet zo heel groot. De bemanning is, naar mijn inschatting, goed getraind. Sterker nog, volgens mij is alleen de kapitein een geboren zeeman en is dit voor de rest van de bemanning een soort "tweede loopbaan". Maar, dan nog, met 14 man bemanning plus onze groep van zes avonturiers, wordt een gevecht met een piratenschip niet makkelijk. We discussieren wat hierover, maar we komen er niet uit. Ik ben allang blij dat Irtek weer een beetje op krachten is, trouwens.
Onbevredigend als dit is, ga ik toch maar slapen. Overmorgen ben ik jarig.
150 AD 17 september, 373 AR
Vandaag zijn we verder naar het zuiden gezeild. En we hebben mijn verjaardag gevierd. Nou ja, gevierd. Er viel weinig te vieren op een grimmige missie als deze. Toch was het even een verademing Aidan heeft een prachtige ballade opgedragen over een prinses en een nobele ridder, etc etc. Bertus zat ook met grote ogen te luisteren trouwens, hij was helemaal van de kaart.
151 AD 18 september, 373 AR
Vanmiddag kwamen we aan in een totaal verlaten dorp. Niemand, maar dan ook niemand, was hier te vinden. Alle mensen waren weg, en de huisdieren waren meegenomen. Het vertrek was al een tijdje geleden, want de er lag een behoorlijke laag stof op de tafels enzo. Ik heb nog gezocht naar de logboeken van de havenmeester, maar of hij had ze niet, of ze zijn meegenomen.
Ik weet niet wat ik van dit dorp moet denken. Op zich denk ik we al blij mogen zijn dat de hele boel niet al afgebrand is...
152 AD 18 september, 373 AR
Vandaag begon met een misverstand en eindigde in diepe frustratie.
Ergens na het midden van de dag kwamen we een schip tegen. Het voer recht op ons af, terwijl de wind opeens erg terugviel. Zenuwachtig als we allen waren dachten we gelijk aan piraten, zeker omdat het schip geen vlag voer. Iedereen bereidde zich voor op een gevecht, totdat ze ons riepen. Al snel bleek dat zij van ons dachten dat we piraten waren. Ik probeerde de gemoederen te bedaren, maar ze wilden niet naar een vrouw luisteren. Nou ja, nu vraag ik je! Waar slaat dat nu weer op? Van mijn stuk gebracht dacht ik er geeneens aan om calm emotions uit te spreken. Op zich niet zo erg, want Aidan overtuigde stukje bij beetje het andere schip ervan dat we geen piraten waren.
Maar net toen de situatie bijna helemaal bekoeld was, zagen we twee schepen in de verte aanvaren. Zij voeren voor de wind, terwijl wij ons in een totaal windstil gebied bevonden. Duidelijk was hier magie in het spel... of zou het een onhebbelijkheid zijn van de kust daar? In ieder geval waren de geschillen snel bijgelegd toen elk schip zich apart zo goed mogelijk op het komende gevecht voorbereidden.
Ik moet zeggen, op zich ging het gevecht redelijk goed. Dit klinkt cru tegenover de moedige zielen die nu op de zeebodem rusten, maar het had allemaal veel slechter kunnen aflopen. Ik wil alleen maar zeggen dat iedereen zijn uiterste best deed en dat dat duidelijk zijn vruchten afwierp. Alleen Chrel en Bertus waren bijna onzichtbaar. Ik zal proberen de verschillende wapenfeiten hier op te schrijven. Wellicht kan ik hier nog van leren.
Ten eerste hebben zowel Irtek als ik (bijna) alle giften van Faria nuttig gebruikt in het gevecht. Met name de sonic burst werkte erg goed bijna tegelijkertijd spraken wij de spreuk uit en even viel het enteren van de piraten helemaal stil terwijl de schurken naar hun oren grepen waar in sommige gevallen bloed uitsijpelde. Jammergenoeg had ik niet meer create water's ingestudeerd dan had de Ronicha wellicht nog rondgevaren. De spreuk waarbij je iemand de kracht van een stier schenkt werkt wel heel goed. Zelden heb ik zoveel vijanden zo makkelijk kunnen verslaan. Ook hadden Irtek en ik beide onze vlegels gezegend. Ondertussen zong Aidan een opbeurend krijglied en vocht iedereen als leeuwen.
Eerst schoten zij op ons (en vice versa) met vlammende pijlen. Later schoten zij zelfs met brandende bollen op ons. Hoewel ik de meeste kon blussen met een gerichte create water, ging het zeil in vlammen op en begon het achterdek ook te branden. Doordat de meesten van ons intussen in gevechten op leven en dood waren verwikkeld konden deze niet goed meer geblust worden. Dit bleek het schip later noodlottig.
Terwijl de piraten ons met enterhaken naar hen toetrokken probeerden wij ons dus verder voor te bereiden. Zowel mijn als Irtek's spiritual flail sloegen de leider naar de Negen Cirkels van de Hel, en de rest schoot op de bemanning van het piratenschip. Vooral Rase schoot hierbij raak. Dit gaf ons wat kostbare seconden, waarin vermetele Aidan zichzelf onzichtbaar maakte en zich prepareerde om op het andere schip te springen.
Ik organiseerde de verdediging zo goed en kwaad als het kon wat erin resulteerde dat de piraten geen paniekerende bemanning tegenkwamen toen ze uiteindelijk aan boord sprongen, maar een muur van leer en staal. De eerste de beste piraat die aan boord probeerde te komen sloeg ik met Faria's kracht tussen de twee relingen in de koude zee in. Ik ben blij dat de bemanning zo goed reageerde op mijn bevelen, en dat de eerste stuur met mij meewerkte. Kapitein Skaythe maakte ondertussen weinig klaar. Hij is een uitstekende kapitein, maar in een gevecht bevriest hij.
Terwijl wij de een na de andere moordenaar afsloegen (en zelf ook meerdere verliezen leden, Faria hebbe hun ziel), probeerde Aidan zoveel mogelijk verwarring te stichten op hun schip. De twee zeilen gingen in vlammen op, en meerdere touwen werden doorgeslagen. Uiteindelijk werd ook zijn invisibility doorbroken, maar hij hield ze daarna op een afstand met meerdere goed gemikte pijlen.
Rase deed ook zijn best, maar zijn slecht-gepantserde lichaam liep rake klappen op. Gelukkig konden Irtek en ik hem gedeeltelijk genezen voordat een gemene steek van een rapier hem de das om zou doen.
Na enkele minuten, die uren leken te duren, hadden we alle vrijbuiters verdreven. De onderbevelhebber van de piraten probeerde te ontkomen, maar terwijl wij ons opmaakten om het andere schip te gaan helpen achterhaalde Irtek hem.
Na wat gestuntel kwamen we op het andere schip (de Marelika). Rase had gezorgd dat al onze bezittingen daar ook aankwamen. Het gevecht was hier minder 'voorspoedig' verlopen en de bemanning was aan het verliezen. De piraten vluchtten echter toen wij ons ermee gingen bemoeien. Blij toe, want echt veel konden de meesten niet meer hebben. Het tweede piratenschip vluchtte naar een derde schip wat op het toneel was verschenen. Zoals ik al zei, ben ik blij dat ze hun aanval niet opvolgden met die twee schepen. Blijkbaar waren we de verliezen niet waard (iets wat trouwens pleit voor Aidan's plan om de lokale bevolking in te lichten).
We haalden Irtek binnen, die de onderbevelhebber had opgevist. Vervolgens moesten we toezien hoe het piratenschip en de Ronicha in vlammen in de golven ten onder gingen.
De bemanning van de Marelika was danig uitgedund, en ook hun schip was zwaar gehavend. We zullen naar de Vrije Stad van Imlays gaan zodat de hoogstnodige reparaties uitgevoerd kunnen worden. Wij zullen dan waarschijnlijk terug moeten reizen naar Rorn om daar een nieuw plan te verzinnen. Tot we in Imlays aankomen hebben we nog tijd om die onderbevelhebber te ondervragen. Ik moet toegeven, hij houdt zich erg sterk. Zelfs het feit dat hij blind is (door Aidan's toedoen, die hem probeerde op te houden toen hij vluchtte) schijnt hem niks te doen. Of hebben we hier te maken met een volledig geindoctrineerde fanatiekeling?
|