Played on 2004/01/24
As written by the hand of Irtek
9 december, 373 AR
Na mijn zo onfortuinlijke ervaring in het gevecht met de kwade geest uit
de tempel, voelde ik me allerbelabberdst toen ik weer bijkwam. Vandaar dat ik
vandaag maar vroeg naar bed gegaan ben. Uiteraard waren Crhel en Aidan een
stukje fitter dan ik -- zij gingen dan ook verder de stad verkennen terwijl
ik wat bij ging slapen.
10 december, 373 AR
Toen ik vanochtend wakker werd, voelde ik me gelukkig stukken beter,
alhoewel nog niet optimaal. In ieder geval kon ik me weer beter bewegen.
Toen ik eens rondkeek ontdekte ik opeens een vreemde malienkolder op m'n
rugzak, maar dat mysterie bleek snel opgelost, want toen ik buiten Crhel
tegenkwam bleek dat hij op strooptocht gegaan was in de oude stad, en dat
hij vondt dat ik hierdoor beter beschermd zou moeten worden. Hij heeft ergens
een punt, maar ik heb hem zo voorzichtig mogelijk duidelijk gemaakt dat het
me geen goed idee lijkt om dingen uit een elvenstad mee te nemen, als je
er al vanuit ging dat ik uberhaupt zo'n ding aan zou willen doen. Maar goed,
de intentie was goed.
Aidan had de vorige dag besteed aan het uitzoeken hoe het nou verder moest
met deze nieuwe stad en de elven. Hij was langs Gort Rinahel geweest en had
daar een lang gesprek gehad over leiderschap en de toekomst van de bossen.
Het bleek dat Gort Rinahel niet de indruk had dat ze een leider nodig hadden,
en ze had blijkbaar ook niet veel zin om die leider te worden. Ondanks al onze
inspanningen lijkt het er dan ook op alsof we nog niet veel verder zijn met
onze poging om de elven mee te doen laten helpen.
Wel had Aidan nog ander leuk nieuws gehoord: Imoria blijkt nog te leven!
Tijdens het uitspreken van de spreuk door de tovenaar dacht hij voorgoed
afscheid genomen te hebben, maar zijn dochtertje wist het letterlijk beter
dan hij: Imoria was alleen teruggekeerd naar haar lichaam. Natuurlijk was hij
helemaal blij, maar dit verheugende nieuws had wel een consequentie: Aidan
wilde uiteraard naar Imoria's rustplaats toe, en die was weer terug de bossen
in.
Daar hadden wij het natuurlijk niet zo op -- we waren nou al 3 maanden
uit Rorn weggeweest zonder iets van ons te laten horen, en we hadden geen idee
meer hoe het zat aan de frontlinie. Maar goed, na lang wikken en wegen besloten
we om via het graf van Imoria door Helch heen te reizen en vandaar door naar
Rorn. Dus, morgen gaan we op weg.
14 december, 373 AR
We zijn aangekomen bij het dorp van de elven, dat ondertussen helemaal
leeggestroomd is. Het lijkt net een spookstad. We hebben onderweg ook
een aantal elven nog richting de oude stad zien gaan. Ik ben benieuwd hoe
het uitpakt met de Meltimen daar...
15 december, 373 AR
Na nog een dagje reizen zijn we aangekomen op de plek waar Imoria begraven
lag. Ik zeg lag omdat we gisternacht erachter zijn gekomen dat ze inderdaad
nog leeft, maar het blijkt dat ze al weg was -- nadat Crhel een raar
lichtschijnsel zag, ontdekte hij een open graf. Vlak daarbij lag een briefje
onder wat stenen, en daarop had Imoria geschreven dat ze pas weer zou
verschijnen als Aidan haar het hardste nodig zou hebben. Ik blijf elven maar
vreemde wezens vinden. Uiteraard is Aidan er niet zo blij mee, alhoewel hij
natuurlijk wel blij is te weten dat Imoria nog leeft. Maar goed, we moeten
terug naar Rorn, en dus gaan we vandaag door het bos richting Ragten (alhoewel
we niet van plan zijn daar te stoppen).
18 december, 373 AR
We zijn aangekomen bij Ragten, waar we een grote boog omheen gemaakt hebben
(alsof we van plan zouden zijn om nog een keer in het hol van de leeuw te
komen...). We waren van plan om te overnachten in mijn klooster, maar helaas
kwam er een kink in de kabel: het klooster is verlaten!
We kwamen aan bij een dichte deur, en ons geklop had geen effect. Enigszins
bedrukt en angstig besloot ik om een natuurlijk gat te maken in de deur, door
Faria's krachten om hout te veranderen te gebruiken. Binnen was het zoals
we vreesden: er was helemaal niemand meer te bekennen. Gelukkig waren er echter
ook geen sporen van gevechten en geen lichamen, dus het leek erop alsof de
broeders en zusters uit zichzelf weg waren gegaan. We gingen er maar vanuit dat
dat het was, en nu proberen we hier wat te slapen, in de hoop dat er geen
aanhangers van Tuvaene 's nachts binnenkomen.
21 december, 373 AR
Er gaan dingen mis... We zij net voorbij de stad Haskell gereden en in de
vallei bij Bren blijkt een groot vijandelijk leger gesitueerd te zijn :(
Aidan is op verkenning uitgegaan en hij weet zeker dat het leger uit Helch is.
Het leger lijkt zo'n 7000 man sterk -- als we dus niet snel iets kunnen doen
is Bren verloren (als het dat niet al is). We moeten haast maken zodat we dit
bericht op tijd aan lord Forlorn kunnen melden.
later dizelfde dag (21 december 373 AR)
Het is mis -- Bren is al ingenomen. We zijn om het leger heen gereden en
van een afstandje zagen we dat de vlag van Tuvaene wappert boven de daken van
Bren. We besluiten via Marn naar Rorn te gaan, misschien dat lord Forlorn daar
een leger gestationeerd heeft.
22 december, 373 AR
We zijn een zeer voorzichtige maar op zich niet domme officier van het
leger van Rorn tegen het lijf gelopen (nou ja, eigenlijk kwam hij met zijn
compagnie van 100 paarden op ons af). Gelukkig was hij zo slim om in te zien
dat hij de inwoners van Bren moest waarschuwen, en ook het leger van Camlee
dat op het punt stond om langs Bren te trekken en zich van geen leger bewust
was. Helaas vertrouwd hij ons niet helemaal, dus wil hij met ons mee terug
naar Rorn. Op zich is het goed dat hij niet zo goedgelovig is, maar hoeveel
andere zegelringen zouden er nog zijn in Rorn? Ik dacht dat we zo onderhand
toch wel wat respect zouden moeten kunnen afdwingen met die symbolen maar dat
valt dus tegen. Afijn, overmorgen zouden we in Rorn moeten kunnen aankomen.
24 december, 373 AR
We zijn weer terug op onze plek in Rorn. Ik ben doodop na een hele avond
overleg. Het ziet er niet best uit op het moment, dus ik bid extra vurig naar
Faria. Lord Forlorn en vrouwe Pythia waren gelukkig beschikbaar voor audientie
op het moment dat we aankwamen. Ze zagen er allebei niet goed uit -- de zorgen
van de naderende oorlog drukten zwaar op hen. Nadat wij ons verhaal gedaan
hadden, waarbij zij het net zoals wij jammer vonden dat er nog geen concreet
resultaat was geboekt, kregen we te horen dat het er in Camlee ondertussen niet
beter op geworden was -- niet alleen werden ze in het noorden door Tuvaene
belaagd, maar vanuit het zuiden waren er verschillende barbarenstammen die
aanvallen deden op de grensposten in Tralmer. En dat leidde er weer toe dat
het leger van Tralmer geen mankracht meer over had om zich te beschermen
tegen de invallen van de mensen uit Helch...
Er was dus weinig hulp te verwachten. Weliswaar waren er verbonden met
Toolay maar dat ging voornamelijk over bevoorrading, niet om mankracht.
De afgezant uit het Desert Kingdom bleek weer teruggegaan te zijn, met daarbij
dus weet van belangrijke informatie. Het was niet duidelijk of hij een kant
gekozen had, en zo ja, welke. Verder hadden zowel Chells als Tralmer het te
druk op andere fronten. Ik kon wel begrijpen dat lord Forlorn en vrouwe Pythia
het zwaar hadden.
Maar goed, we moesten toch constructieve dingen plannen. Gelukkig bleek dat
vrouwe Pythia kon communiceren met priester Tirtak. Op deze manier zouden
we contact kunnen houden met de elven in de nieuwe stad. Het leek me slim
als Aidan daarbij hielp, en dat leek hem ook een goed plan. Verder zou er
vast nog wel wat informatie over de barbaren te vinden zijn in de bibliotheek;
volgens lord Forlorn was er al ooit eerder een legende / gerucht over een
barbarenleider die meerdere stammen onder zich verenigd had (alhoewel het Crhel
onwaarschijnlijk leek). Phaedra en ik gaan ons daarmee bezig houden, nadat we
vrouwe Pythia geholpen hebben met het opzetten van de communicatie met priester
Tirtak. Hoogstwaarschijnlijk reizen we dan overmorgen door naar de barbaren
om te kijken of we daar iets aan kunnen doen.
Na deze lange discussies moest Crhel weer zo nodig de boel onderbreken --
ondanks het feit dat Pythia doodop was (dat was haar duidelijk aan te zien)
moest en zou hij vragen wat de ring nou was die hij om had (die we in het
kistje van Tuvaene hadden gevonden). Vrouwe Pythia handelde de vraag gracieus
af, maar kreeg daarna meteen een spervuur van vragen van zowel Crhel als Aidan
over alle andere dingen die we gevonden hadden. Van Crhel snap ik het nog een
beetje, maar Aidan had toch beter moeten weten. Afijn, ze leek er wat moeier
op maar ze had ook kunnen weigeren...
Hopelijk brengt het contact met de elven en de speurtocht in de bibliotheek
ons morgen wat verder. Ik ga nog even verder met bidden en dan ga ik slapen
in voorbereiding op een lange dag.
|